Hoe geëmpowerd zijn? Tips!

1. Ken je rechten.

De Wet op de Patiëntenrechten uit 2002 is in 2024 vernieuwd, maar de basisprincipes bleven behouden. Zo blijven zorgvragers recht hebben op alle informatie over hun ziekte en behandeling, en de vrije keuze van zorgverstrekker. 

De bepalingen uit de wet zouden eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Ze kunnen ook een soort ‘nooduitgang’ zijn, een wettelijke basis voor als het misloopt. Net daarom is het belangrijk dat je als patiënt je rechten goed kent. Uit bevragingen blijkt echter dat de patiëntenrechten nog steeds veel te weinig bekend zijn bij veel mensen, ook bij zorgverleners overigens.

Natuurlijk is het geen goed idee om bij de start van de relatie bij je arts met je rechten hard op tafel te slaan. De relatie zorgvrager-zorgverstrekker hoort een vertrouwensrelatie te zijn, gelijkwaardig en in wederzijds respect. Daarenboven heeft de zorgverstrekker ook rechten die gerespecteerd moeten worden (zie punt 10).

Een wet betekent niet automatisch dat die ook wordt toegepast. Daarvoor hebben mensen de juiste attitude nodig, de intentie om de wet te respecteren. Daarom heeft de vzw Patient Empowerment een ‘Patient empowerment-Charter’ opgesteld, dat samenwerking en verbinding promoot. Als je je kan vinden in het Charter, onderteken het.

De Wet op de Patiëntenrechten is een belangrijk wettelijk kader. Het is en blijft essentieel om het te kenne, als zorgvrager maar evenzeer als zorgverstrekker.

HIER meer info over je rechten als patiënt.

2. Geef info over je levensdoel.

In de zorg heeft je behandelende arts doorgaans een geneeskundig doel: hij of zij wil je genezen en de best mogelijke zorg geven. Dat is uiteraard positief en belangrijk. Alleen: het kan eventueel afwijken van jouw doel als patiënt. 

Door de ziekte kan je misschien een aantal handelingen of activiteiten niet meer uitvoeren die voor je levenskwaliteit essentieel zijn. Die toch kunnen realiseren, kan jouw doelstelling van de behandeling zijn. Dat doel is voor elke mens anders en een arts kan het niet kennen als je het haar niet vertelt. In de ideale situatie peilen zorgverstrekkers zelf naar je doelen. Dat gebeurt echter niet altijd en soms ontbreekt er de tijd voor, hoe belangrijk het ook is.

Daarom is het aangewezen dat je je zorgverstrekkers zelf vertelt waaronder je door de ziekte het meeste lijdt. Daardoor kunnen je zorgverstrekkers dat als hun doel overnemen. Een gemeenschappelijk doel van de behandeling stellen, leidt tot zorg die beter op jouw maat is afgestemd. De zorgvrager is degene die de ziekte en de behandeling ondergaat en dient het laatste woord te hebben. Uiteraard is een zorgverstrekker niet verplicht er altijd in mee te gaan.

Hoe formuleer je je levensdoel?

  • Het Vlaams Patiëntenplatform ontwikkelde een hulpmiddel om je te helpen na te denken over je eigen leven: de Doelzoeker.
  • De Christelijke Mutualiteit heeft kaarten ‘Levenswensen’ ontwikkeld om je te helpen na te denken over het levenseinde en je bijhorende voorkeuren en wensen.

3. Zeg aan je zorgverlener waarom je een behandeling niet haalbaar vindt.

De meest aangewezen behandeling kennen, is iets anders dan ze uitvoeren. Bij sommige ziektes ligt de behandeling volledig in handen van de zorgverstrekker. Maar bij ziektes waarbij de patiënt de zorg in eigen handen moet nemen, zoals bij diabetes type 1, of waarbij je gedrag of gewoontes moet bijsturen, zoals bij diabetes type 2, ligt een grote verantwoordelijkheid bij de patiënt. Een arts moet ervan kunnen uitgaan dat je de behandeling correct uitvoert zoals samen afgesproken.

Het is dan ook belangrijk dat je aan je arts zegt wat jou hindert om de behandeling uit te voeren of het afgesproken gedrag te ontwikkelen. Zeg het als je de uitvoering niet haalbaar acht en waarom. Je zorgverstrekker kan je dan helpen om ze te realiseren. Hij of zij kan je adviseren en coachen.

4. Heb geen wantrouwen, maar ook geen blind vertrouwen.

De relatie zorgverstrekker-zorgvrager hoort een vertrouwensrelatie te zijn. Vertrouwen betekent dat je de overtuiging hebt dat je zorgverstrekker het beste met je voor heeft. Dat hebben de meeste zorgverstrekkers ook. 

Blind vertrouwen is echter niet aangewezen. Zorg geven blijft mensenwerk en mensen kunnen fouten maken. Het is daarom aangewezen dat je probeert goed op de hoogte te zijn van wat waarom met jou gebeurt tijdens een behandeling. Waarom krijg je bij een langer verblijf in het ziekenhuis op dag 6 ineens een ander geneesmiddel? Vraag het. Vertrouwen is goed, blind vertrouwen niet.

En ook: kies je zorgorganisatie zorgvuldig. Bezoek bijvoorbeeld de website Zorgkwaliteit.be. Die meet en rapporteert over kwaliteit van zorg in ziekenhuizen, geestelijke gezondheidscentra, eerstelijnszorg en woonzorgcentra. Je kan er de resultaten van deze kwaliteitsmetingen bekijken en zorgvoorzieningen met elkaar vergelijken.

5. Als je iets niet begrijpt, vraag om verduidelijking.

Een zorgverstrekker heeft geleerd om alles een specifieke benaming te geven. Dat jargon is een belangrijk hulpmiddel. Alleen gebruiken artsen het soms ook tijdens een gesprek met een patiënt. Het is normaal dat je als patiënt daarvan niet alles begrijpt. 

Verder verliezen zorgverstrekkers soms zeer praktische zaken uit het oog. De dermatoloog kan je steunkousen drukklasse 2 voorschrijven. Als je die bij de apotheker ophaalt, blijken allerlei types te bestaan, zoals kniekousen, pantykousen en lieskousen. De apotheker vraagt of je wel zeker bent of het type 2 moet zijn omdat die hard spannen, en vraagt je om je maat. 

Vraag dus door bij je arts. Als je bij een complexe behandeling veel vragen hebt en er is onvoldoende tijd om die te beantwoorden, vraag dan om een bijkomende consultatie waarop dat wel kan. Hoe beter je geïnformeerd bent over je ziekte en je behandeling, hoe gemotiveerder je zal zijn om de behandeling correct toe te passen.

6. Neem een naaste, mantelzorger of vertrouwenspersoon mee naar je consultatie.

Als je van je arts informatie krijgt over een ziekte die een grote impact op je leven zal hebben, is het normaal dat je je zorgen maakt over hoe het verder moet voor jou en je naasten. Op dat ogenblik is het moeilijk om de uitleg van je arts nog aandachtig te kunnen volgen. Neem daarom gerust iemand mee naar de consultatie. Je kan dan achteraf samen van gedachten wisselen over wat er is gezegd.

Daarnaast is het belangrijk dat je naaste, mantelzorger of vertrouwenspersoon de basisinformatie zelf hoort van je arts. Hij of zij is daardoor beter gewapend om je bij te staan. Laat hem of haar ook vragen stellen tijdens de consultatie. Zo kan die persoon bij je verdere behandelingen een sleutelrol spelen.

7. Beslis samen.

Als patiënt moet je weten waarom en hoe iets moet gebeuren. Je beslist dan samen met je arts. Die moet er kunnen van uitgaan dat je je aan de afspraken houdt of dat je eerlijk bent als dat niet het geval was. Leg dan ook uit waarom niet. De beslissing kan dan eventueel worden bijgestuurd.

Het is je goed recht om de beslissing eenzijdig door de arts te laten nemen. Soms is een behandeling zo complex dat je geen andere keuze hebt. Blijf ook in dat geval zo goed mogelijk op de hoogte, zie tip 4.

Ga in elk geval nooit mee in een beslissing waar je niet achter staat. Dat is trouwens ook niet in het belang van de zorgverstrekker. De kans dat je de behandeling niet of niet goed uitvoert, is dan immers erg groot.

Soms moet de beslissing snel worden genomen, soms is er bedenktijd. Neem die dan om zorgvuldig af te wegen of met naasten, mantelzorgers of vertrouwenspersonen te overleggen. Een ingreep kan grote gevolgen hebben. Een weloverwogen beslissing heeft tijd nodig.

8. Bereid je gesprek met een zorgverstrekker voor.

Bekend in de geneeskunde is het ‘witte jassen-effect’. Als een arts in het ziekenhuis of de praktijk je bloeddruk meet, liggen de waardes vaak hoger dan als je dat thuis zou doen. De vreemde omgeving en de aanwezigheid van de arts brengen wat spanning met zich mee. 

Die kan ervoor zorgen dat je tijdens een consultatie niet alles zegt wat je in gedachten had. Om dat op te vangen kun je iemand meenemen naar de consultatie, zie tip 6. Bereid de consultatie ook zelf voor. Dat hoeft niet uitgebreid te zijn. Noteer op een papiertje je symptomen en duid eventueel aan waar je het meest en het langst last van hebt. Een naaste, mantelzorger of vertrouwenspersoon kan helpen om je nota’s te vervolledigen. Hij of zij ziet soms dingen waar je zelf niet bij stilstaat.

Houd je notities bij de hand wanneer je op consultatie gaat. Zorg ervoor dat je alles wat je hebt opgeschreven ook gezegd krijgt. Komt iemand met je mee, geef die dan een kopie van je nota’s.

9. Neem je verantwoordelijkheid op.

Geëmpowerde patiënten zitten mee aan het stuur van hun zorgproces. Dat brengt rechten maar ook plichten met zich mee. Je hoort de verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid op te nemen en een zo gezond mogelijk gedrag te ontwikkelen. En je dient de behandeling correct uit te voeren en eerlijk te zijn tegen je arts, zie tip 3. Een patiënt is geen klant die altijd gelijk heeft.

10. Behandel zorgverstrekkers met respect.

De meeste zorgverstrekkers kiezen voor de job omdat ze het beste met anderen voorhebben. Ze willen goed doen, mensen helpen. Zorgverstrekkers verdienen dan ook het respect van iedereen.

20 concrete tips om als zorgvrager geëmpowerd te zijn

Chadia Cambie geeft je 20 korte, gefilmde tips. Eenvoudig, maar belangrijk!

Ontdek de tips hier!

Keuzehulpen

Wil je graag meebeslissen over je zorg maar vind je dat niet gemakkelijk?
‘Keuzehulpen’ kunnen je helpen om geïnformeerde keuzes te maken over je zorg en behandeling. 

Het zijn digitale hulpmiddelen om de voor- en nadelen van behandelingen af te wegen op basis van jouw situatie en voorkeuren.
Het is dan gemakkelijker om samen met jouw arts een weloverwogen keuze te maken.

Wat kunnen keuzehulpen voor jou betekenen?

Beter geïnformeerde keuzes
Je krijgt inzicht in de opties, risico’s en voordelen van behandelingen.

Persoonlijke voorkeuren
Je kunt afwegen welke behandeling(en) het beste past bij jouw waarden en levensstijl.

Betere communicatie
Je kunt beter met je zorgverlener overleggen en gerichte vragen stellen.

Bestaande keuzehulpen

In België zijn keuzehulpen nog niet ingeburgerd. In Nederland bestaan er wel enkele, waaronder Zorginstituut Nederland. Dat biedt een lijst met keuzehulpen die ook voor Vlaamse patiënten nuttig kunnen zijn. De lijst is niet helemaal up-to-date, enkele links werken niet.

Waar je ook keuzehulpen vindt:

  • Ziekenhuiswebsites: Sommige ziekenhuizen en zorginstellingen bieden keuzehulpen aan op hun website.
  • Arts: Vraag bij je arts of hij of zij weet heeft van keuzehulpen die geschikt zijn voor jouw situatie.

Aanbevolen lectuur

‘Balanceren tussen macht en onmacht, Patient Empowerment als grondslag voor gelijkwaardigheid in de relatie patiënt-arts’ van Edgard Eeckman is uitgegeven door Politeia en aan zijn 2de druk toe. Op een toegankelijke manier legt uit wat patient empowerment precies is en hoe belangrijk het is voor iedereen betrokken bij de zorg.

Meer INFO.

Onze blogs