Empowerment vraagt niet alleen engagement van de zorgvrager, maar ook de nodige participatieve vaardigheden. Wie laaggeletterd is, verdient ruggensteun.
In deze week van de geletterdheid ligt de focus op digitale geletterdheid. Terecht. We leven in een technici-tijd, technologie ontwikkelt zich razendsnel en maakt steeds integraler deel uit van ons dagelijks leven. Wie op dat terrein blijft staan, gaat in feite achteruit. Het risico bestaat dat wie niet de middelen of de aanleg heeft om mee te surfen, uit de boot valt. In de zorgsector is dat zorgwekkend. Informatie is steeds vaker digitaal, ook de toegang tot het eigen medisch dossier. Doktersconsultaties boeken gebeurt via het internet en de mutualiteit verstuurt de afrekeningen via mail. Dit levert hogere efficiëntie op, maar tegelijk is het onrustbarend. Vandaag kan je immers niet meer geloven wat je digitaal ziet. Criminelen worden steeds gesofisticeerder en er is geen enkele garantie meer dat een beeld echt is. Wie digitaal laaggeletterd is, kan er onzekerder door worden. Of erger, bedrogen.
In België is tussen de 15 en de 25% laaggeletterd.
Daarenboven gaat aan digitale geletterdheid algemene geletterdheid vooraf. Dat is een complex begrip. Het bestaat uit vier ingrediënten: kunnen schrijven, je verbaal kunnen uitdrukken, kunnen luisteren en met cijfers kunnen omgaan. Deze elementen zijn alle vier essentieel om zelf aan het stuur te zitten van je zorg, dus om empowered te zijn. In mijn boek ‘Balanceren tussen macht en onmacht’ vermeldde ik onder meer ook nog het belang van media-geletterdheid of mediawijsheid: weten welke media welk soort informatie verstrekken, hoe betrouwbaar die dan is, en informatie tegenover elkaar kunnen afwegen. En er is ook nog gezondheidsgeletterdheid, dat wil zeggen gezondheidsinformatie kunnen begrijpen en interpreteren om in voldoende mate mee te kunnen argumenteren en mee te kunnen beslissen. Dat taalkennis essentieel is, is evident. Een patiënt die de landstaal niet beheerst, is, evenals een zorgverlener die de spreektaal van zijn patiënten niet verstaat, gehinderd in zijn of haar interpersoonlijke communicatie. Laaggeletterdheid komt vaak voor: één op zes tot zeven Vlamingen zou onvoldoende geletterd zijn om goed te kunnen functioneren in een opleiding, op het werk en in het maatschappelijk leven.
In de routine van de zorg dreig je er overheen te kijken.
De zorgvrager heeft het recht beslissingen over zijn eigen zorg aan de specialisten over te laten. Het is een probleem als een patiënt dat doet omdat laaggeletterdheid hem of haar daartoe dwingt. Niet voor niets adviseer ik zorgverstrekkers en zorgorganisaties steeds een tweesporenbeleid aan te houden: naast het digitale moeten ook klassieke communicatiekanalen beschikbaar blijven. Het is een belangrijk aandachtspunt omdat de laaggeletterde vaak laaggeletterdheid via allerlei uitvluchten tracht te verhullen. In de routine van de zorg dreig je er dan overheen te kijken. Als zorgverstrekker heb je dan de indruk dat je communicatie duidelijk was, maar het tegendeel is waar. Met eventueel negatieve gevolgen voor de patiënt. Elke communicatie van een zorgorganisatie moet met zorgvragers op zijn toegankelijkheid worden getoetst. En de zorgvrager die een patiënt informeert, kan zich onder meer via de ‘teach back methode’ verzekeren van het feit dat de zorgvrager alles goed heeft begrepen. Hij of zij vraagt dan aan de patiënt om specifieke informatie te reproduceren.
Het is goed dat in deze week van de geletterdheid de aandacht op het digitale ligt. Maar laat ons ons vooral aandacht hebben voor elke vorm van geletterdheid en bij uitbreiding voor elk aspect van kwetsbaarheid.
_____________________________
Hallo PE,
ik begeleid al enkele jaren iemand die laaggeletterd is (problemen met lezen en schrijven, begrijpen van tekst, van eenvoudige terminologie, …).
Ongelooflijk hoe dikwijls ze op grenzen botst: een medicatieschema correct aanhouden is bv echt een probleem. Het schema uitschrijven of in een tabel gieten heeft geen zin, de dagen van de week op de medicijndoosjes blijken nietszeggend, .. Ik blijf dus mondeling herhalen welke medicatie ze echt dagelijks moet innemen en welke enkel bij overlast. Het blijft niet hangen en dus klopt de inname van de haar voorgeschreven medicatie niet.
Hetzelfde om een medische consultatie voor te bereiden: opschrijven wat ze wil zeggen, welke vragen ze heeft, … en bij de arts noteren wat ze wil onthouden maar uit angst dat de arts haar schrijffouten ziet dus helemaal niets opschrijven.
Sinds corona blijken heel wat zaken geen kaart of cash meer te aanvaarden: payconiq of QR-code is nu gangbaar. Hoe dat weer uit te leggen?! De persoon die ik begeleid had maar 1 optie, zo vertelde ze me vorige week: iemand anders laten betalen en dan via een overschrijving terugbetalen. Ze vond het vernederend en dat ben ik met haar eens.
Bedankt voor de zinvolle blog, hopelijk wordt die meegenomen op jullie congres eind van de maand.
Groetjes,
Kris
Dank voor je reactie en veelzeggende beschrijving, Kris. Wat laag- of ongeletterdheid betekent voor een mens, dreigt ook in de zorg onderschat te worden omdat velen in zorgorganisaties opgeleid tot hoogopgeleid zijn. Daarom vinden we als vzw ook dat er doorlopend aandacht moet voor zijn. Ongetwijfeld zal dat op 26 oktober door een van de sprekers van ons symposium ‘Samen de stap zetten naar morgen’ worden aangeraakt. Als je nog meer concrete praktische voorbeelden hebt van welke hindernissen een laaggeletterd iemand in de zorg kan tegenkomen, mag je die altijd bezorgen.