Je kan ingewikkelde boeken lezen over wat er goed gaat in de zorg en wat er schort. Maar je kan ook de getuigenis van een patiënt lezen, en dan is Kankeren van dr. Rudy Van Giel een echte aanrader. Om veel redenen.
Dr. Van Giel is huisarts en wordt zelf patiënt. Op een zeer open, ongedwongen en kwetsbare manier beschrijft hij zijn ervaring vanaf het moment dat hij gediagnosticeerd wordt met prostaatkanker tot precies 470 dagen later.
Waarom is het boek bijzonder en aanbevolen lectuur voor wie in de zorg werkt?
De auteur draait nooit rond de pot. Zelf zou hij daar een taalkundig mopje rond maken want humor is zijn verdedigingsmiddel, soms is die relativerend, ook wel eens ironisch en cynisch. Zijn ganse boek draait namelijk net om potavonturen. Zonder enig taboe beschrijft hij hoe zijn penis in alle staten is (daar ga ik weer, beïnvloed door de lectuur van zijn boek). Hij verhult niets waarmee hij bijvoorbeeld ook de boodschap geeft: incontinentie is niet iets om beschaamd over te zijn. Hij beschrijft, soms zeer plastisch. Dat zal niet iedereen smaken, maar zelf vond ik het een verademing; hij doorbreekt taboes. Immers, hij toont een realiteit waarmee wel meer mensen worden geconfronteerd en waar zorgverstrekkers zich niet allemaal in dezelfde mate van bewust zijn. Soms klinkt het luchtiger dan het is, maar dat maakt er ook een heel vlot leesbaar boek van. Van zijn humor zullen we ongetwijfeld ook kunnen genieten tijdens het interview dat dr. Marleen Finoulst van hem afneemt op het 2de zorgsymposium ‘Samen in actie’ op 25 oktober. En ook dan zal hij met een lach ongetwijfeld pertinente en leerzame ervaringen delen.
Een lymfeklierinvasie!?!
Maar de lach verheelt niet dat hij een lijdensweg is gegaan en een lange psychische strijd heeft gevoerd met een verbrijzeld zelfbeeld, impotentie, pampers, onzekerheid, demoralisering en controleverlies over eigen lichaam. Gedompeld in de dwang om te moeten ondergaan wat hem overkwam, stelde hij zich existentiële vragen over verleden, heden en toekomst. Hij herziet ook zijn zelfbeeld als arts. De terminologie waarmee hij ooit zelf goochelde, krijgt voor hem ineens een reële en confronterende betekenis waarvan hij zich voorheen niet bewust was. Zoals toen hij in een brief las dat hij kans maakte op een “lymfeklierinvasie”: “(…) de term alleen al! Ik zag een heel leger kankercellen aanrukken, in formatie, op bloed belust”.
Hij is ook kritisch voor de zorg en het zorgsysteem. Dat is niet persoonlijk. Meer dan eens wijst hij expliciet op de vriendelijkheid van de zorgverstrekkers, zowel de artsen als het paramedisch personeel. “Loof de dokters”, schrijft hij en hij erkent hun technische kennis en competentie. Maar ze houden zich te strikt met het medische aspect bezig, er is onvoldoende ruimte voor een particuliere casus, voor de mens als individu, voor de gevolgen van ziekte en behandeling op het dagelijks leven van de patiënt. Van Giel wandelt met een voorschrift naar de apotheek waarop staat “Intercontinentiemateriaal wegens urinaire incontinentie” en hij vraagt zich af “Welke maat? Welke dikte? Welke grootte?”. De nazorg krijgt te weinig aandacht, vindt hij: “Operatie geslaagd: patiënt de woestijn in gestuurd”. Ook botviert hij in het boek zijn frustratie voor eindeloos en soms zinloos ongeïnformeerd wachten (op het verdikt, bij het ontslag, …), het gebrek aan empathisch vermogen van sommige zorgverstrekkers (Rudy: “Ik ben bang. En gespannen” – De chirurg: “Maar we doen hier ettelijke tientallen van die ingrepen per maand, hoor”) en de onbegrijpelijke financiële aspecten van de zorg (“Een achterdochtiger iemand zou vermoeden dat ik enkel was opgenomen om de ziekenhuiskas te spijzen …”). Het zorgsysteem draait dol vindt hij. Ziekenhuizen lijken “uitgegroeid tot buitenmaatse gevaartes, waar de organisatie en de administratie niet zelden mank lopen”. – Foto: copyright Johan Martens
Over de naaste(n)
Tussendoor bevestigt hij expliciet ook zijn liefde aan zijn partner Daan. Belangrijk want naasten zijn mee patiënt en worden ineens onvrijwillig tot mantelzorg gedwongen. Als je zwaar lijdt, draagt je partner daar ook de sporen van, en hij was zich daar doorlopend van bewust, ook al was Daan vaak de bliksemafleider. Het boek benadrukt op die manier nog maar eens dat zorgverstrekkers ook oog moeten hebben voor de naasten, de mantelzorger(s) en de leefomgeving van de zorgvrager. Van Giel beschrijft hoe hij ook nog geconfronteerd wordt met voorkamerfibrillatie en een “ablatie” moet laten uitvoeren. Daarvoor komt hij terecht op een verdieping en afdeling waarvan niemand lijkt te weten dat hij er ligt, ook Daan niet. Die was verwittigd, werd hem in het ziekenhuis gezegd, maar dat bleek niet het geval: “(…) ik vermoed dat men in een kliniek op alle vragen ja knikt. Veel makkelijker, toch? Dan houdt de patiënt verder zijn mond”.
Respect, kritiek & hoop – “Niets stel ik nog uit”.
Zijn boek getuigt van respect voor wie in de zorg werkt, maar is een scherpe aanklacht voor het gebrek aan aandacht voor de mens achter de patiënt en een kleurrijk pleidooi om in de zorg de medisch-technische ingreep te overstijgen. Hij zegt het zo: “Schitterende technici, maar … Eenmaal de operatie volbracht, zat hun taak erop. Tumor weg, kous af. De garagist heeft net je motor weer aan de praat gekregen, je gaat hem toch zeker niet lastigvallen omwille van een krasje op het koetswerk?”.
Als het boek uit is, ben je met Rudy Van Giel precies 3.266 pampers (3.236,35 euro), 885 kilo luierafval en 119 beurten bij de kinesitherapeut meegegaan. Het tekent zijn zin voor ironie dat hij in het boek een lijstje met cijfers heeft opgenomen.
Maar het boek geeft ook hoop. Op de cover van het boek kan je het woord ‘Kankeren’ ook lezen als ‘Kan keren’. Mooi! Want Rudy staat er weer, én met z’n hele lichaam: “En leven, dat doe ik voortaan in het nu. Niet gisteren, niet morgen, maar vandaag. Wat ik wil, daar begin ik aan. Meteen. Zonder nadenken. Niets stel ik nog uit”.
‘Kankeren, een arts wordt patiënt’ van dr. Rudy Van Giel is uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts. ISBN 9789463934138. Het telt 173 bladzijden. Info op https://borgerhoff-lamberigts.be/boeken/kankeren