Door een acute infectie werd ik van de ene op de andere seconde doof aan de linkerkant. Daarna kreeg ik de ziekte van Ménière ging ook het gehoor aan mijn rechterkant achteruit. Ineens was ik slechthorend en het slachtoffer van vooroordelen.
Vandaag, 5 jaar later, voel ik mij helemaal niet meer als iemand die “enkel” slechthorend is. Ik werk voltijds, ben een fervente loper en ik heb een druk sociaal leven. Door vroegtijdig te kiezen voor échte hooroplossingen is mijn levenskwaliteit aanzienlijk verbeterd. Aan mijn linkerzijde draag ik nu een cochleair implantaat, aan de rechterkant een compatibel hoortoestel. Het is de bekroning van boeiende ‘hoorreis’ die mijn leven helemaal heeft veranderd.
Geregeld krijg ik vragen over de hulpmiddelen die ik gebruik.
Is dat een nieuw toestel om handsfree te kunnen bellen?
Ben je volledig doof als je je apparaatje afzet?
Doet dat pijn zo’n kastje aan je hoofd?
Kun je nog naar de kapper als je zo’n toestel hebt?
Is slechthorendheid niet alleen voor oudere mensen?
En natuurlijk de meest gestelde vraag: Hoe groot is de kans dat ik ook ooit slechter ga horen en ook een hoortoestel zou moeten dragen?
Slechthorend zijn is nog steeds een taboe
Veel mensen die (ernstig) slechthorend zijn, kiezen niet voor een gepaste oplossing. Ze beseffen niet dat ze hun leven veel meer kwaliteit zouden kunnen geven. Misschien komt dit door het taboe dat nog altijd bestaat over slechthorendheid, en zeker over hoortoestellen. “Ik heb dat nog niet nodig” en “Die zijn voor oude mensen,’ hoor ik vaak.
Niets is minder waar. Steeds meer mensen, ook jongeren, hebben te kampen met slechthorendheid. Er staat geen leeftijd op, en eens je ermee te maken krijgt, is het belangrijk om op zoek te gaan naar de juiste oplossing. Want wees gerust: voor (bijna) elk gehoorprobleem bestaat er een oplossing. Je moet er enkel zelf ook voor open staan.
Natuurlijk wil ik het geenszins minimaliseren. Minder goed kunnen horen, of ineens doof worden is een harde confrontatie. Het is een strijd, niet alleen voor jezelf maar ook voor je omgeving, je partner, je kinderen, kleinkinderen, collega’s en vrienden.
De reclame versterkt het vooroordeel
Gemiddeld duurt het 7 jaar voordat mensen met gehoorverlies daadwerkelijk de stap zetten naar een hoortoestel. Dat is veel te lang. De beeldvorming van gehoorverlies en van hoorapparaten is helemaal niet hip. Dat wordt ook bevestigd door onderzoek: mensen associëren hoortoestellen met oud zijn. Daarom geven ze liever niet toe dat ze hulp kunnen gebruiken bij het horen. Niet alleen zien we enkel ‘grijzende’ mensen in de reclames, tegelijk worden hoortoestellen ook aangeprezen omdat ze ‘zo klein en onzichtbaar mogelijk’ zijn. Dat bevestigt indirect het idee dat een hoortoestel iets is dat je wil verbergen; iets waarmee je niet gezien wil worden; waarover je je schaamt. Waarom toch? Een bril is een hip accessoire geworden, maar een hoortoestel is dat nog lang niet. Zou dat veranderen nu veel jongeren met (draadloze) oortjes rondlopen?
Stil staan bij wat en hoe we horen
Ons gehoor, en het belang ervan voor wie we zijn, voor onze sociale relaties, voor ons beroepsleven, voor ons mentaal welzijn, … daarover is erg weinig bekend bij het grote publiek. Mensen kunnen perfect zeggen welke mate van ver- of bijziendheid ze hebben, maar hebben geen idee hoe ze hun gehoor moeten inschatten. Globaal genomen wordt gehoorverlies daarom vaak onderschat.
Horen, gehoord worden, luisteren, beluisterd worden, stilte aanvoelen, … het zijn erg belangrijke aspecten van ons leven. Het komt erop aan dat we durven spreken over wat ‘goed horen’ voor ons betekent. Dat vraagt dat we letterlijk en figuurlijk durven ‘stil’ staan bij wàt we horen, hoe we horen, en hoe we ons daarbij voelen. Bewust worden van de impact van ons gehoor en gehoor-ervaring op ons sociaal leven en ons mentaal welzijn, zou al een enorme stap vooruit zijn. Denk maar aan mensen met tinnitus of oor-suizen: zij moeten noodgedwongen die vragen stellen. Het gaat immers om de innige verwevenheid tussen ons gehoor en onze kwaliteit van leven als mens.
Zijn we bang geworden van stilte?
Stilstaan bij hoeveel geluid onze samenleving maakt ook. Het lijkt of we bang zijn geworden van stilte. De knalpijp van een moto of sportwagen als statussymbool. De overdaad aan decibels op een concert of in de bioscoop. De sfeermuziek op de achtergrond van een journalistieke reportage waardoor de stemmen moeilijk of niet verstaanbaar zijn. Het gaat ook om respect van de samenleving voor wie slecht hoort of overgevoelig is voor geluid. Vorige vrijdag was het Werelddovendag.
Wie slecht hoort, hoort er immers ook bij.
_________________________________________________________________
Mooie blog en inderdaad ook een noodzakelijke oproep tot meer openheid en voor een vroeger traject. Helaas zijn degelijke en echt comfortabele hulpmiddelen die zorgvragers zonder schaamte durven gebruiken, nog zeer duur. Degelijk, comfortabel en mooi zou nochtans de norm moeten zijn en niet de uitzondering. Dat geldt bij alle beperkingen waar een hulpmiddel bij vereist is. Geregeld word ik op straat of in een winkel aangesproken over mijn rollator. Door ouderen omdat ze zien dat hij veel hipper én praktischer is dan het model waar zij mee lopen. Door jongere mensen met de uitroep: “Daar zou ons moeder wél mee naar buiten durven komen…” Middelmatige kwaliteit wordt niet gebruikt en kost uiteindelijke de gemeenschap nog meer geld omdat het nog meer gezondheidsrisico’s meebrengt als het hulpmiddel uit schaamte of ongemak achterwege gelaten wordt. Dat geldt voor tandprotheses evengoed als voor rolstoelen of oplossingen bij zintuiglijke beperkingen. Voor hulpmiddelen geldt altijd dat alleen het beste goed genoeg is. Want dan wordt het tenminste gebruikt.