Lieve Flour – Merk: Boomer – Bouwjaar 1944 – Max. snelheid: ca. 3 km/uur. Twintig jaar mantelzorg en een reeks eigen aandoeningen waarvan de combinatie moeilijk op een bevredigende manier te behandelen blijkt, hebben haar een schat opgeleverd aan ervaringen in de zorg. Zowel over hoe het kan als hoe het vooral niet moet. In de hoop dat ook anderen daar wat aan hebben, wil ze die graag delen.
Laat ik het gewoon zeggen zoals het is: alle expertise ten spijt gaat er in ieder beroep wel eens iets fout, ook in de geneeskunde. Ook bij ingrepen die voor de arts alledaags zijn. Er is dan meer nodig dan communicatie.
Tijdens de bevalling van mijn tweede kind, dat er duidelijk helemaal niets voor voelde om met de buitenwereld kennis te maken, dreigde mijn hele baarmoeder mee naar buiten te komen. Mijn toenmalige huisarts, waaraan ik nog steeds met een zeker heimwee terugdenk, deed wat hij kon om enerzijds mijn dochter op te vangen en anderzijds te beletten dat er meer gebaard werd dan alleen het allernoodzakelijkste. Helaas bleek binnen het uur dat de dijken het niet hadden gehouden.
Na vijf jaar vergeefse pogingen om met alle destijds bestaande middelen mijn kansen op reproductie te sparen, werd besloten een soort mini masterplan uit te vouwen waarbij mijn baarmoeder helaas sneuvelde maar alles wat er omheen lag gelukkig wel weer op zijn plaats verankerd werd. De behandelende gynaecoloog zei er eerlijk bij dat ik maar vijftig procent kans had dat ook mijn incontinentie zou verdwijnen. Maar dat viel gelukkig nogal mee en jarenlang ging het ook redelijk goed. Vond ik.
Tot ik alle zware klussen van mijn steeds ziekere tweede echtgenoot overnam en na verloop van tijd moest vaststellen dat de dijken het dertig jaar later opnieuw aan het begeven waren. Incontinentie troef, zal ik maar zeggen. Tweede verankering dus.
Precisie in taal
De eerste elf dagen na de herstellingswerkzaamheden verliepen zoals het hoort en met de hulp van een spiegel kon ik zelf vaststellen dat er puik werk geleverd was, zij het dat ik aan het avontuur wel een waar slagveld aan littekenweefsel en hechtingen overgehouden had. Helaas ging er daarna iets mis en bleek nog maar eens hoe belangrijk precieze communicatie is. “Als u veel of lang bloed verliest, onmiddellijk langskomen, mevrouw!” Ik verloor een eerste keer bloed. Ik verloor een tweede keer bloed. Maar wat is “veel” en wat is “lang”? Blijkbaar minder dan ik zelf ingeschat had. Want de wondranden, zo bleek bij de controle zes weken later, waren wel dichtgegroeid, maar niet aan elkaar, vertelde de uroloog eerlijk. Daarom stelde hij een derde operatie voor. Zes maanden later.
Geen oplossing en geen uitleg
Het ontbreekt me aan de geschikte woordenschat om het vreemde gevoel over te brengen dat me overviel toen de nevel van de narcose plaats maakte voor de echte wereld. Ik verwachtte pijn en die was er niet. Nul. Bij het verwijderen van de tampon kreeg ik ook het gevoel dat er nauwelijks bloed op zat, maar hij werd zo verwijderd dat ik dat niet goed kon zien. Bovendien kreeg ik, in tegenstelling tot de vorige keer, geen duidelijke uitleg over wat er precies gedaan was om het probleem definitief op te lossen. Want er bleek deze keer helemaal niets opgelost.
Alsof dat nog niet genoeg was, kwamen ook de papieren van de hospitalisatieverzekering terug. Ze moesten blijkbaar opnieuw ingevuld worden.
Toen ik bij de volgende controle aan de beurt was, moest ik verdacht lang wachten omdat beide urologen nog dringend iets te overleggen hadden. Waarna ik iets anders te horen kreeg dan vlak na de ingreep.
Eerlijke excuses?
De eerste zes maanden was de drang heel groot om klacht neer te leggen. Niet eens zozeer omwille van de opgelopen schade, maar vooral om een eenduidig antwoord te krijgen op mijn vragen.
Alleen het besef dat niet alleen mijn arts maar ook ik misschien jarenlang geld, energie en nachtrust zou opofferen aan een onomkeerbaar geworden probleem, heeft me ertoe doen besluiten de knop om te draaien en verder te gaan met mijn leven.
Enkele jaren later kreeg ik dezelfde arts nog eens te zien bij de bekkenbodemkliniek, met een derde verklaring voor het mislukken van wat hij precies had gedaan.
Nu, vijftien jaar later, weet ik alleen dat ik weer helemaal naar af ben. Zonder uitleg. Of liever: met veel te veel uitleg. Na de drie verschillende verklaringen die ik van diezelfde arts kreeg, weet ik nog altijd niet waarom ik er zo slecht aan toe ben. En ook zal blijven. Communicatie zat en keuze te over, zou je kunnen zeggen. Alleen: excuses, die kreeg ik niet.
Er kan ook in de geneeskunde altijd iets verkeerd lopen, maar open communicatie, redelijke uitleg en indien nodig verontschuldigingen mogen daarbij niet ontbreken.
Het is een ongeschreven (en misschien zelfs geschreven ) wet dat alle fouten
groot of klein worden weggemoffeld . Excuses aanbieden is zoveel als bekennen
dus zeker ook geen excuses……. Alleen als je HEEL veel geld hebt kan je
proberen recht te krijgen…
Dit gaat ook over respect.
De betreffende arts zal zelf niet goed weten hoe hiermee om te gaan en voelt zich duidelijk heel verveeld met jouw situatie. Maar jij als mens, als patiënt hebt hier geen boodschap aan. Je wilt gezien, gehoord worden en als mens respectvol behandeld worden.
Mensen voelen heel snel aan wanneer iemand iets zegt om maar iets te zeggen.
Wanneer iemand authentiek en oprecht communiceert, gewetensvol zijn verantwoordelijkheid opneemt dan verandert dit de pijn of verdriet niet maar kan je er als patiënt en uiteindelijk ook als zorgverstrekker beter mee omgaan.
Op jaarlijks consult bij de chirurg. Vlak voor de arts zijn kabinet verlaat, laat hij zijn hand op de schouder van mijn man vallen en stelt hij de vraag: ‘Heb ik jou destijds geopereerd of een collega van me?’ Waarop wij met een groot hart antwoorden: ‘U was het!’ Hij vervolgt en zegt: ‘Dan heb ik dat niet goed gedaan, die bult in uw buikwand is van mijn hand.’
Eerlijk en oprecht communiceren. Door het zo te brengen kunnen zowel wij als hij beter om met medische fouten.