Lieve Flour – Merk: Boomer – Bouwjaar 1944 – Max. snelheid: ca. 3 km/uur. Twintig jaar mantelzorg en een reeks eigen aandoeningen waarvan de combinatie moeilijk op een bevredigende manier te behandelen blijkt, hebben haar een schat opgeleverd aan ervaringen in de zorg. Zowel over hoe het kan als hoe het vooral niet moet. In de hoop dat ook anderen daar wat aan hebben, wil ze die graag delen.

Iedereen kent ze wel, die schattige Chihuahua’s. Klein, met aandoenlijke snuitjes, grote ronde oogjes en fijne zachte pootjes. Ze zijn om op te vreten. Helaas worden residenten in een woonzorgcentrum soms ook zo gezien.

Het is een eigenzinnig ras en dat zit er zeker voor iets tussen. Maar de hoofdreden voor het agressief gedrag van de Chihuahua’s is dat ze vaak door hun smoorverliefde baasjes en vrouwtjes behandeld worden als baby’s. Ook als ze al lang volgroeid zijn en niemand er nog bij stilstaat dat het volwassen roofdieren zijn in een piepklein lijf. “Ze zijn zo lief, meneer”, zong Raymond van het Groenewoud en dat geldt blijkbaar niet alleen voor meisjes.

“Ze zijn zo lief, Meneer”

De reden waarom die baasjes en vrouwtjes blijvend ontroerd worden door die diertjes, is heel simpel. Als volwassenen zijn wij evolutionair geprogrammeerd om ‘klein’ met ‘schattig en hulpeloos’ te associëren. Dat is nodig om ervoor te zorgen dat we ons eigen nageslacht niet ombrengen en dat we onze genen daarmee ook doorgegeven aan de volgende generatie.

We zijn zelfs geprogrammeerd om precies daarom met liefde te reageren op bepaalde uiterlijke kenmerken bij baby’s: een hoog voorhoofd, grote ogen die net onder de helft van het bolle gezichtje staan, een zachte onderkaak en een klein mondje.

“Heb je honger, lieve schat?”

We zijn ook geprogrammeerd om meer aandacht te schenken aan hoge geluiden dan aan lage. Daarom rinkelt de telefoon niet met een bas en gillen sirenes als een krijsende baby.

Dat zijn allemaal signalen die wijzen op zorgafhankelijkheid en die bijgevolg onze aandacht opeisen.

Die aandacht bestaat meestal niet alleen uit het leveren van de strikt noodzakelijke hulp, maar ook uit het babbelend geruststellen van het hulpeloze kleine wezentje.

“Kom maar hier, kleintje, we zullen dat eens oplossen, zie… Heb jij honger, lieve schat?”  

Omdat de binding tussen hulpeloosheid en klein zijn zo sterk is, hebben mensen de neiging om hetzelfde gedrag te vertonen ten opzichte van wezens die al iets groter zijn, maar ook zorg behoeven. Ouderen, bijvoorbeeld.

Kleinerend gedrag

Je mag dan wel Jeanne heten zolang je in de Kerkstraat nummer 12 woont, maar van zodra je binnen de deur van ‘Woonvoorziening Avondschemering, het licht in uw levensavond’ achter je dichtgetrokken hebt, heet je ineens Jeanneke, Schatteke of zelfs Menneke. Je wordt met “meisje” of “jongen” aangesproken door mensen die je dochter of zelfs je kleindochter zouden kunnen zijn.

Je mag ook geen anderen meer helpen, ook al zou je dat nog kunnen.

Je mag alleen je vrije tijd besteden aan wat de ‘Woonvoorziening-Avondschemering-het-licht-in-uw-levensavond’ aanbiedt en niets anders.

Voor ons wordt geen spie opzij gehouden, de taart is al verdeeld. Wij lijken er niet te zijn.

Wie gromt of blaft, is een ondankbaar hondje.

Niet iedereen vindt dat leuk en sommigen laten dat blijken. Ze gaan aan het blaffen. Of ze grommen en laten hun tanden of hun prothese zien. Ze worden dan als stoute hondjes bestempeld. En ze zijn zo ondankbaar. We zorgen toch goed voor hen? 

Misschien moeten we eens een studiebureau inschakelen om het over de hondjes te hebben. Hoezo, mét de hondjes overleggen?…Daar kunnen we niet aan beginnen. Straks vragen ze dat nog allemaal!

“Ga jij maar lekker in je mandje liggen. Dan kunnen de baasjes rustig met elkaar praten, die weten wat goed voor je is. Nee, Schattekes, niet bijten naar die meneer!!!”.

Nog niet geabonneerd op onze nieuwsbrief?

De nieuwsbrief heeft geen vaste periodiciteit. Het enige criterium om hem te versturen is de relevantie van de informatie. We spammen niet! Al geabonneerd? Excuses voor deze herinnering.

Je hebt succesvol gesubscribed!