Edgard Eeckman is voorzitter van de VZW Patient Empowerment. Voorheen was hij 16 jaar communicatiemanager van het UZ Brussel. Hij studeerde communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en is doctor in de media- en communicatiestudies. Hij is gastprofessor over Patient Empowerment aan o.m. de Erasmushogeschool Brussel. Info op www.patientempowerment.be. Edgard is ook creatief actief: www.edgard.be.

Het teveel aan wisselende zorgverstrekkers bedreigt de vertrouwensrelatie tussen patiënt en zorgverstrekker. Naarmate het belang van vertrouwen in de relatie afneemt, stijgt de nood aan patient empowerment.

Van oudsher geldt dat de relatie zorgvrager-zorgverstrekker een vertrouwensrelatie hoort te zijn en ik ben het daar volmondig mee eens. Een patiënt geeft zich figuurlijk en soms letterlijk bloot aan een zorgverstrekker en moet dat kunnen in de wetenschap dat er geen misbruik van komt. Soms is een medisch probleem of een behandeling zo complex dat het voor een leek niet meer te begrijpen valt. Voor zijn mentaal comfort moet een patiënt dan kunnen terugvallen op vertrouwen.

Vertrouwen opbouwen vraagt continuï-tijd.

Aan de basis van vertrouwen ligt de overtuiging dat de zorgverstrekker het beste met een patiënt voorheeft. Vertrouwen bouwt zich gaandeweg op. Elk contact dat een patiënt heeft met een arts of andere zorgverstrekker geldt als een soort ‘trust point’, een ervaring die bevestigt of je al dan niet terecht een zorgverstrekker vertrouwt of wantrouwt. Als elke ervaring het vertrouwen bevestigt, ontstaat stilaan een vertrouwensrelatie. Je leert elkaar beter kennen en dat voelt goed. Mensen met een chronische aandoening zullen dat herkennen.

Tot een vertrouwensrelatie komen, vereist continuïteit en tijd. Als je eenmaal per jaar naar een huisarts gaat, zal het uiteraard langer duren om vertrouwen op te bouwen, maar toch kan het als je elk jaar dezelfde huisarts ziet.

Vier verschillende artsen op 12 maanden

Die continuïteit is echter bedreigd en daarmee ook het opbouwen van vertrouwen. Enige tijd terug stapte ik over naar een andere huisartsen groepspraktijk (mijn huisarts ging op pensioen) en over een periode van ongeveer twaalf maanden zag ik vier verschillende artsen. Toen ik er laatst was (bij weer een nieuw gezicht), zei ik op het einde van de consultatie dat ik overwoog te verhuizen naar een andere praktijk. Daar keek die arts van op. De artsen van de praktijk wisselen informatie over hun patiënten uit en dat kan zelfs leiden tot betere zorg, antwoordde ze. Ze bedoelde: je hoeft niet altijd dezelfde huisarts te zien want we informeren elkaar. Daar kan ik mij iets bij voorstellen, al lijkt mij dat bovenal een mooi principe. Zo’n praktijk heeft zoveel patiënten dat ik mij kan indenken dat die informatie-uitwisseling vooral gebeurt als er twijfel bestaat over een behandeling of een incident of complicatie met een patiënt. Daarnaast leert een huisarts je, als het goed is, ook persoonlijk kennen, hij of zij weet hoe je in elkaar zit, waar je het moeilijk mee hebt en die zaken staan niet in het medisch dossier. Dat is voor een huisarts zelf een voorwaarde om je gezondheidscoach te kunnen zijn: je zeer goed kennen. Hij of zij begrijpt dan je gedrag beter. Dat bereik je als huisarts niet door je enkel om het biomedische aspect van een patiënt te bekommeren.

 

 

Is vertrouwen altijd nodig?

Soms hoor ik zeggen dat een vertrouwensband voor vele medische interventies niet nodig is, denk aan een covidvaccinatie of griepspuit krijgen. Ook waar. Maar net omdat vertrouwen zich traag opbouwt, is het belangrijk ook bij die minder ingrijpende interventies dezelfde arts te zien. Als je als mens ineens met kanker wordt geconfronteerd en je hebt nog geen vertrouwensrelatie met je arts opgebouwd, lijkt mij dat mentaal zeer oncomfortabel. Je geeft dan je leven in handen van mensen die je niet goed kent en moet dat vertrouwen aankweken in een crisissituatie.

De arts-solist sterft uit en vandaag bevolken artsen die deeltijds werken en een gezonde werk-privé balans willen, de groepspraktijken. Dat begrijp ik want dat wil ik ook. Daarenboven is er een tekort aan huisartsen, getuige daarvan de patiëntenstops. Diezelfde vaststellingen kan je bijvoorbeeld ook doen in de thuiszorg die evenzeer kampt met hoge tijdsdruk, een personeelstekort en soms veel wisselende gezichten, zo vertellen ervaringsdeskundigen mij.

Als de zorgverstrekker zich steeds meer als een loutere mecanicien gaat gedragen …

Deze omstandigheden bemoeilijken het creëren van een vertrouwensrelatie met een zorgverstrekker, als het al nog kan. Hoe ga je daar als patiënt mee om? Mijn antwoord: patient empowerment. Met minder vertrouwen in je zorgverstrekker is het nog meer aangewezen om zelf aan het stuur te zitten van je zorgproces. In de ideale situatie zitten zorgvrager en zorgverstrekker samen in de gocart van de zorg. De patiënt houdt de eindbestemming in de gaten, patiënt en zorgverstrekker stippelen samen de route erheen uit. Als de zorgverstrekker zich bij de tocht steeds meer als een mecanicien gaat gedragen die zich louter om de motor bekommert, moet de patiënt zich evenredig ook meer met de route bemoeien.

Minder tijd en minder gunstige omstandigheden om een vertrouwensrelatie uit te bouwen? Dat verblijdt mij niet. Ik geloof immers in de positieve werking van vertrouwen en de grote rol die de (huis)arts en iedere andere zorgverstrekker daarbij kan vervullen, nog meer voor de meest kwetsbaren. Maar is ze er niet, dan moet de zorgvrager zelf meer denken en meedenken. En sturen dus. Dat heet patient empowerment.

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief.

De nieuwsbrief heeft geen vaste periodiciteit. Het enige criterium om hem te versturen is de relevantie van de informatie. We spammen niet! Al geabonneerd? Excuses voor deze herinnering.

Je hebt succesvol gesubscribed!